Kenmerken E-Pupillen ( 8 - 10 jaar )

11-09-2012 09:44

Op deze leeftijd zijn spelers al meer bereid om deel uit te gaan maken van het team. Het wordt steeds duidelijker wie aanleg heeft (prestatief) en spelers die het vooral zoeken in het plezier ( recreatief). De technische vaardigheden dienen toe te nemen, de weerstand voor de bal dient minder te worden. Kinderen gaan zich ook aan elkaar meten à wie kan wat beter. Dit is dan ook vaak de fase waarin het van belang wordt om pelers op het juiste niveau in te delen.

Herhalen van oefeningen in de periode van F-pupil blijven van zeer groot belang.

 

Doelstelling:

  • Technische vaardigheden blijven ontwikkelen en verbeteren
  • Het leren in de partijspel van: wat te doen bij balbezit en wat te doen bij balverlies
  • Het leren samen werken om doelpunten te scoren en/of doelpunten te voorkomen
  • Aanleren van de juiste koptechniek
  • Aanleren van een goede inworp
  • Aanname van de bal hoofd / borst / knie
  • Steeds weer herhalen, fouten aangeven en verbeteren
  • Instructies/opdrachten meegeven als huiswerk

In deze fase van ontwikkeling kunnen ze als individu snel op het gebied van techniek ontwikkelen. Het accent ligt daarom op Techniek  

 

De oefenstof:

Training in:  aanname van de bal / Jongleren met de bal

Training van:  individuele oefenvormen, maar ook oefenvormen in teamverband

Dribbelen:  Links en rechts

Afkappen van de bal:   Links en rechts / binnenkant voet + buitenkant voet

Trappen:     Links en rechts / binnenkant voet + wreef

Aanname van de bal: Links en rechts / binnenkant voet + wreef

Motoriek:   Loopladder(=speedladder) / touwtje springen / horde lopen etc.

Partijspelen:    Kleine teams, kleine velden, pupillengoals,  

Koppen:      Eerst zelf vanuit je hand leren koppen / later in 2-tallen

Inworp:      Ontwikkelen van de techniek + kracht

 

Vormen partijspel:       1 tegen 1  / 2 tegen 2 / 2 tegen 3 / 4 tegen 4

Coachen:

  • Ruimte laten voor de eigen ontwikkeling van de speler als individu
  • Coachtermen:
  1.  Als hun de bal hebben à “Probeer de bal weer af te pakken” en denk hierbij aan de    taken die bij de positie van een verdediger behoren
  2. Als wij de bal hebben à “Probeer een doelpunt te gaan maken” en denk hierbij aan de taken van een aanvaller in de opbouw van het spel ( taken per positie )
  3. Als je géén bal hebt à blijf in beweging, zoek de ruimte om een bal te kunnen ontvangen. Als je graag de bal wil hebben à vraag er dan om à coach je teamgenoot
  4. Als je  verloren hebt à Wat hebben we goed gedaan, wat kunnen wij gaan verbeteren en de volgende keer gaan wij proberen om de wedstrijd te winnen.

Voetbaltermen:

  • Dribbelen                         
  • Overspelen à leren over de bal te kijken
  • Gaan scoren àAanvallen à opbouwen
  • De bal afpakken àVerdedigen à druk zetten / knijpen
  • Omschakelen ( balbezit / balverlies ) kantelen à spel verplaatsen
  • Kort dekken = mandekking / Afstand dekken = zonedekking
  • Rugdekking geven aan (balverlies) / Bijsluiten bij balbezit
  • Pingelen mag, maar pingelen en steeds de bal verliezen mag niet
  • Schieten / voorzet / actie maken
  • Speler à Jij of Ik !
  • Keeper à Los of Jij !

Praktische opmerkingen:

  • Trainingsvormen mogen niet te lang duren (10-15 min) dit i.v.m. concentratievermogen
  • Zorg voor veel afwisseling à steeds andere oefenvormen
  • Bij technische oefeningen korte pauzes inlassen om bijvoorbeeld dingen nog eens voor te doen of uit te leggen
  • Spelers hebben nog géén vaste plaats in het team
  • Perfectie is een goed streven, maar niet ten koste van

C.Pouwels

TJC 2012-2013

vv Sprinkhanen